Te koop bij Albert Heijn Jumbo Supermarkten Crisp Picnic

Let’s raise the standard. Fijne Wereld Veganisme Dag!

Vandaag is het Wereld Veganisme Dag. Een dag waarop ik je wil uitnodigen om stil staan bij het feit dat dieren een rol hebben in een intrinsiek verbonden ecosysteem. Of meer het gegeven dat dit ooit het geval was, toen de mens nog niet zo dominant aanwezig was en dieren nog de ruimte hadden om te leven en niet gereduceerd waren tot een kans om iets culinairs mee te doen.

Ik zat twee weken geleden op een podium tijdens de Food Inspiration Days, een tweejaarlijks georganiseerd belangrijk Nederlands food-event waar de crème de la crème van de Nederlandse food-industrie op af komt. Zeg maar de mensen die bepalen wat wij eten. Samen met twee andere scale-up ondernemers mocht ik vier keer in twee dagen tien jonge startups van positief en opbouwend commentaar voorzien. 

Speciecisme, voor de genen die geen idee hebben wat dit betekent, is vergelijkbaar met racisme, waarbij niet zo zeer onderscheid wordt aangebracht op basis van menselijk ras, maar onderscheid tussen soorten onderling.

En daar stond ik ineens oog in oog met een ras-speciesist, zo bleek al snel. De man, net op het podium geklommen, nam wel z’n hoed af want, zei hij, hij vond het onbeschoft om die op een podium op te houden. Zijn nieuwe bedrijfje redde, naar eigen zeggen, ganzen-uit-kliko’s. Mijn oren waren gespitst. Als professioneel veganist bij The Dutch Weed Burger nogal koren op mijn molen. De beste man gebruikt ongegeneerd de voedselbank in zijn verhaal en hoe erg het is dat daar mensen in een wachtrij staan, om zijn eigen dierenhandel te promoten. Niet dat hij verder iets met de voedselbank doet, nee. Hij vindt het vooral ‘Zonde’ dat die dieren in kliko’s verdwijnen, terwijl mensen daar in de rij staan. En het was wel duidelijk dat de zonde niet ging over het feit dat de dieren uit de lucht waren geschoten door jagers, maar dat er niks met ‘het vlees’ wordt gedaan. 

Speciecisme, voor de genen die geen idee hebben wat dit betekent, is vergelijkbaar met racisme, waarbij niet zo zeer onderscheid wordt aangebracht op basis van menselijk ras, maar onderscheid tussen soorten onderling. Dieren, alle soorten, zijn anders dan wij en daarmee geven wij, de mensen, onszelf het recht om te doen met dieren wat wij zelf willen. We gedragen ons eigenlijk een beetje als de Josef Mengeles van deze tijd, waarin we elk ander soort doorverwijzen naar een categorie voor menselijke gebruik. En sorry voor de gevoeligen onder ons, maar de rigiditeit van de manier waarop wij het onderscheid aanbrengen komt er door hem erbij te halen wel het beste tot z’n recht. De landbouwdieren mogen naar links, de huisdieren naar rechts en alle andere dieren, tja eigenlijk ook naar links. Proefdieren, circusdieren, plaagdieren, wilde dieren, ze zijn allemaal ondergeschikt gemaakt aan ons.

Tijdens de eerste pitch van deze man houd ik wijselijk mijn mond. Ik sta perplex om eerlijk te zijn, want ik vind zijn presentatie ronduit shockerend. “Feitelijk geeft hij iedereen een vrijbrief voor a-moraliteit” zegt mijn beste vriendin na afloop als ik er met haar over napraat. Die opmerking raakt me. Ik wil er natuurlijk op reageren, maar niet te primitief, niet te voor de hand liggend. Als ik het niet doe, wie dan wel?

Als mensen hebben we hele dubbele standaarden neergezet als het gaat om hoe wij dieren behandelen. Zo kan het gebeuren dat je als diersoort in twee categorieën wordt ingedeeld, waarbij het verschil is dat je of blootgesteld wordt aan vernedering, gevangenschap inclusief lijdensweg en een wisse dood, of onderdeel wordt van een mensengezin, als volwaardig gezinslid bijna soms.

Ik kan het weten, want ik heb er eens een paar bevrijd. Rennend met een puppy in m’n armen, over een door de volle maan licht overgoten veld, doet wel wat met je, kan ik vertellen.

Beagle Honden bijvoorbeeld hebben dit geluk en deze pech. Mensen houden van de dieren en verzorgen ze als hun eigen kinderen in hun huizen, maar door hun zachtaardige karakter gebruiken we ze ook om medische testen op uit te voeren en injecteren we ze met ziektes, onderzoeken we het effect en bestrijding van brandwonden op hun huid en hebben we completere fokkerijen waarbij we puppy’s fokken, die puur en alleen hun weg kunnen en zullen vinden naar een gekooid bestaan in een vivisectie laboratorium. Ik kan het weten, want ik heb er eens een paar bevrijd. Rennend met een puppy in m’n armen, over een door de volle maan licht overgoten veld, doet wel wat met je, kan ik vertellen. De dieren voelen dat je het goed met ze voor hebt, als ze je aanstaren met die grote natte zwarte ogen van ze.

De ganzenman loopt voor de tweede keer richting het podium en m’n maag krimpt ineen als hij wederom begint te praten over cirkels die hij rond maakt door de ‘plaagdieren’ te verwerken tot ganzenborst en andere ‘regionale streekproducten’. 

Met een bevreemdende trots vertelt hij dat als hij zijn koopwaar aanprijst op markten dat mensen er dan twee dingen van vinden. Zielig en niet lekker. 

Blijkbaar triggerde dit toch in hem dat hij er vooral door mee wilde gaan, want hij was een cirkel rondmaker en hij had met zijn vorige handeltje, paling roken, namelijk een prijs gewonnen. Die Friesche palingsoort blijkt, na een kort onderzoek, voor 90% te zijn gereduceerd sinds de jaren zestig, maar het establishment had hem beloond voor zijn ambacht en nu heeft hij een volgende soort gevonden. ‘Gans, het meest veelzijdige stukje vlees’, proclameert hij voor de volle zaal. Ik wist weer niet wat te zeggen en bleef weer stil.

Midden in de nacht schrok ik wakker en kwamen de vragen tot me, ik schreef ze op en liet ze door m’n hoofd schieten, totdat ik weer in slaap viel.

De ganzenman, wederom z’n hoed in z’n hand nemend, want onbeschoft wilde hij niet zijn, stak z’n eerste pitch van de tweede dag af. Gouden greep was dit keer het woord wat hij gracieus aan de gans schonk. “Je kruipt uit een ei, je wordt verliefd en dan soms is er een jager die je uit de lucht schiet.” Het feit dat het ging om wilde ganzen maakte in de ganzenman z’n ogen dat het dier vrij had geleefd en een mooi leven had gehad tot het onfortuinlijke moment dat de jager hem of haar in het vizier had gekregen en met een schot hagel, het dier vleugellam had geschoten en de hond het dier al doodbijtend bij hem had geapporteerd. 

Toen hij klaar was, nam ik wel het woord en begon vriendelijk. Wat hij vond van de lasers, die speciaal zijn ontwikkeld voor boeren om ganzen van hun velden te weren. Of dat niet ook een oplossing was, nog voordat ze tot overtollig soort moesten worden betiteld?

Hij keek me glazig aan. Van lasers had hij klaarblijkelijk nog nooit gehoord. Wat hij ervan vond dat hij, levend in de zesde grote uitstervingsgolf in de geschiedenis van de aarde, een verdienmodel heeft geplakt op het uitroeien van de wilde gans?

De glazige blik bleef op zijn gezicht staan. Weinig tot weer geen antwoord. Nog maar eentje dan: wat hem dreef om een product in de markt te zetten dat mensen niet aanspreekt qua smaak en wat mensen ook nog eens zielig vinden? De organisatie nam snel ietwat zenuwachtig het gesprek over door er verontschuldigend op te wijzen dat ik een veganist ben, als ware het een diagnose van een psychische afwijking en tja, die vliegen nogal eens uit de bocht als het gaat om dit soort onderwerpen. On with the show.

Dieren zijn levende individuen en niet enkel skeletten, behangen met vlees wat wij eraf mogen snijden als wij dat beslissen.

Met meer dan 60% van de biodiversiteit inmiddels afgestorven en nog steeds teruglopend, betreedt de Friesche zestiger twee uur later opnieuw het podium. Na zijn laatste woord is de mic van mij. Of het klopt dat als een soort de natuur dusdanig schade toebrengt, er een label van overtollig opgeplakt mag worden? Ja, dat was bij de ganzen wel het geval, gaf hij toe. En dat ik nog wel een soort ken die de natuur schade toebrengt op een ongelooflijke schaal en dat er daar toch wel heel van rondlopen ook. “De mens?” Gokte hij correct! Ik kon het niet laten om hem de ongemakkelijke vraag te stellen of hij dan ook wat met dat vlees zou gaan doen, als we besluiten om die soort wat in te dammen? 

De zaal zindert terwijl de ganzenman eerlijk toegeeft dat hij er niks mee zou gaan doen. Natuurlijk is het een ongemakkelijke vraag, maar hoe kan het dat dieren slechts handel zijn en soorten tot overtollig worden uitgeroepen, en niemand daar vraagtekens bij zet? Ik vind deze Friesche babyboomer ergens ook wel sympathiek, maar ik moet het wel zeggen en het podium gebruiken om uit te leggen wat ik belangrijk vind. Hoe het kan dat na een periode van 5 miljard jaar we ineens in een situatie leven, waarin wij als mensen soorten moeten gaan ‘korthouden’ omdat er te veel van zijn? Die situatie is schrijnend genoeg alleen maar ontstaan doordat mensen de aarde zo zijn gaan gebruiken, dat er geen leefgebieden meer zijn voor die dieren. Dat vind ik echt treurig en iets om over na te denken, voordat we applaudisseren voor dit soort ‘duurzame oplossingen’ voor problemen met dieren als de wilde gans. Dieren zijn levende individuen en niet enkel skeletten, behangen met vlees wat wij eraf mogen snijden als wij dat beslissen. Institutioneel speciesisme laat ons doen geloven van wel, net als institutioneel racisme ons andere zaken voor lief doet aannemen. Let’s raise the standard. Fijne Wereld Veganisme Dag!

Mark

Ingrediënten